Prinsjesdag 2020

Afgelopen dinsdag was het weer zover. De derde dinsdag van september: oftewel Prinsjesdag! Een Prinsjesdag die de boeken in gaat als de warmste ooit maar zonder rijtoer in de Glazen Koets en ook geen balkonscène bij Paleis Noordeinde. Met de koning die de Troonrede niet in de Ridderzaal voorlas, maar in de Grote Kerk. Hier en daar waren wel wat hoedjes te bekennen maar de vertrouwde hoedjesparade bleef uit. Sommigen pakten wel uit met een mondkapje. Het was een Prinsjesdag in coronatijd. De boodschap van de dag was helder: “als gevolg van de coronacrisis kunnen we een economische tegenslag verwachten” maar blijkt dit ook uit het belastingplan?
De belangrijkste voorgestelde maatregelen voor het MKB hebben wij hieronder kort samengevat. Wij beperken ons hierbij tot de wijzigingen die in 2021 ingaan of nog zien op 2020.

Inkomstenbelasting

 

  • Het (gecombineerde) basistarief in de Inkomstenbelasting wordt verlaagd naar 37,10% (was 37,35%). Het toptarief blijft 49,5%.
  • De maximale algemene heffingskorting gaat omhoog.
  • De maximale arbeidskorting wordt ook verhoogd. Dit om de versnelde verlaging van de zelfstandigenaftrek te compenseren.
  • De maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting gaat echter omlaag. Dit als ‘straf’ voor het feit dat de Hoge Raad heeft beslist dat co-ouders (sneller) beide in aanmerking kunnen komen voor de IACK.
  • Het verlagen van de zelfstandigenaftrek wordt versneld en loopt langer door. In 2021 bedraagt de zelfstandigenaftrek nog € 6.670 (zou op grond van belastingplan 2020 € 6.780 zijn). De versnelde afbouw gaat (in ongelijke stappen) door tot € 3.240 in 2036.
  • De berekeningswijze van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) wordt voor twee situaties verduidelijkt. Wanneer een ondernemer deelneemt in een samenwerkingsverband wordt ter bepaling van de KIA voor de ondernemer eerst gekeken naar alle investeringen van alle deelnemers in het samenwerkingsverband en de buitenvennootschappelijke investeringen van de ondernemer. Vervolgens wordt naar evenredigheid bepaald welk deel van de bepaalde KIA aan de ondernemer toekomt op basis van diens bijdrage aan de investeringen. Wanneer een ondernemer meerdere ondernemingen naast elkaar drijft wordt per onderneming gekeken of er recht bestaat op de KIA.
  • Het heffingsvrij vermogen in box 3 stijgt naar € 50.000 (voor partners naar € 100.000). Daarnaast worden de schijfgrenzen opnieuw vastgesteld: de tweede schijft begint bij € 100.000, de derde schijf bij € 1.000.000. Dit om de belastingdruk op kleine vermogens te verlagen. Deze verlaging wordt echter gefinancierd door het belastingtarief in box 3 te verhogen naar 31%.
  • Mensen met een vermogen van meer dan € 31.340 en minder dan € 50.000 hoeven straks geen box 3 belasting meer te betalen maar dienen dit vermogen wel aan te geven in hun aangifte. Aan de hand daarvan wordt namelijk bekeken of recht bestaat op toeslagen en kindgebonden budget. De verhoging van de vrijstelling werkt hier niet in door. Leuker wordt het niet, maar makkelijker dus ook weer niet!

Vennootschapsbelasting

 

  • De al lang aangekondigde verlaging van het toptarief van 25% naar 21,7% gaat niet door. Het basistarief wordt wel verlaagd naar 15% (was 16,5%). Dit basistarief geldt in 2021 voor winsten tot € 245.000 (was € 200.000) Dit noemen we ook wel de tariefsopstap.
  • Voor het (geschatte) corona gerelateerde verlies in 2020 kan de belastingplichtige in de aangifte vpb 2019 een coronareserve vormen. Dit was bij besluit al geregeld en wordt nu gecodificeerd.

 

Loonbelasting

  • De vrije ruimte in de Werkkostenregeling wordt in 2021 weer verlaagd naar 1,7% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom. Om de verruiming in 2020 (verhoging van 1,7% naar 3% van de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom) vanwege de coronacrisis te financieren, wordt het percentage vrije ruimte over het restant van de fiscale loonsom verlaagd van 1,2% naar 1,18%. Er lijkt dus sprake van een sigaar uit eigen doos, maar voor het MKB is de sigaar toch grotendeels gratis, er van uitgaande dat de loonsom vaak beneden de € 400.000 blijft.
  • De gerichte vrijstelling voor scholingskosten wordt verruimd. Ook vergoedingen of verstrekkingen van opleidingen die als loon uit vroegere dienstbetrekking worden aangemerkt (bijvoorbeeld het geval bij een ex-werknemer), kunnen onder de gerichte vrijstelling vallen.
  • Er komt een tijdelijke crisismaatregel genaamd Baangerelateerde investeringskorting (BIK). Op grond van deze maatregel kan een ondernemer een percentage van gedane investeringen in mindering brengen op de loonheffing. Het betreft dus een soort investeringsaftrek, maar omdat deze via de loonheffing loopt, kan die alleen worden benut door ondernemers met personeel.

 

Overdrachtsbelasting

 

  • Er komt een vrijstelling van overdrachtsbelasting voor ‘starters’. Zij die tussen 18 jaar en 35 jaar zijn, een (aandeel in een) woning verkrijgen en de woning daadwerkelijk zelf gaan bewonen voor onbepaalde duur, vallen onder deze vrijstelling. De vrijstelling kan eenmaal benut worden. Het eerder al hebben gehad van een woning (waarvoor wel overdrachtsbelasting was betaald) is echter geen belemmering. Het begrip starter moet dus met een korreltje zout worden genomen.
  • Voor kopers vanaf 35 jaar en kopers jonger dan 35 jaar die geen recht meer hebben op de vrijstelling, blijft het verlaagde tarief van 2% voor woningen gelden. Ook zij dienen wel daadwerkelijk in de woning te gaan wonen voor onbepaalde duur.
  • Het algemene tarief wordt verhoogd van 6% naar 8%. Dit tarief geldt voor bedrijfs- fabriekspanden maar ook voor woningen die de koper niet gebruikt om zelf duurzaam in te wonen (zoals vakantiewoningen/beleggingswoningen).
  • De verkrijging van (alleen) de economische eigendom van een woning of de verkrijging van aandelen in een onroerend-zaakrechtspersoon (fictieve onroerende zaken) valt overigens onder het algemene tarief van 8%.

 

Overig

  • Tegemoetkomingen op grond van de TOGS en subsidie Vaste Lasten MKB (TVL) vallen niet onder de winst. Hierover hoeft dus in 2020 geen winstbelasting te worden betaald. Dit was bij besluit al geregeld en wordt nu in de wet vastgelegd. Hoe het in 2021 gaat is nog niet geheel duidelijk.
  • Voor zonnecelauto’s komt een lagere bijtelling, namelijk 12% over de volledige cataloguswaarde (voor de zonnecel auto hoeft evenals voor de waterstofauto de CAP niet meer toegepast). (bron Auxiliumadviesgroep).
Bericht geplaatst op 17 september 2020, door